E-Health komt er aan

Het is deze week (21 t/m 27 januari) landelijke e-Health week. In heel Nederland vinden evenementen plaats waar professionals, beleidsmakers, mantelzorgers, vertegenwoordigers van patiëntenplatformen praten over de het belang van e-Health, of kennismaken met allerlei toepassingen. E-health gaat over natuurlijk over digitale toepassingen in de zorg. Dat blijkt volgens de organisatoren van de week, VWS en ECP | Platform voor de InformatieSamenleving, een voor velen nog onbekend terrein.


Technologie is in steeds meer woonkamers te vinden. Computers, digitale televisie, tablets, smartphones zijn de meest bekende voorbeelden. Steeds meer apparaten gaan deel uitmaken van internet, zoals de energiemeter die inmiddels in veel meterkasten is geïnstalleerd. De gedachte achter e-Health is dat als we ons gas- en elektraverbruik kunnen doorsturen naar een bevoegde instantie, we dat natuurlijk ook kunnen doen met onze hartslag, bloeddruk en met alle andere informatie over onze gezondheid en ons welbevinden. Aan de ontvangende kant moeten die gegevens wel op de juiste plek terechtkomen en op de goede manier verwerkt worden tot een gezond advies, recept, afspraak of andere vervolgactie. Dat is nu nog lang niet geregeld.

Digitale revolutie
E-health biedt een legio aan mogelijkheden voor zieke en/of zorgbehoevende mensen, maar helpt ook bij preventie van ziekten en het monitoren van de gezondheid. De verwachting is dat het gebruik van e-Health-toepassingen de zorg efficiënter en kwaliteit beter maakt. Zorgverleners krijgen namelijk meer tijd voor patiënten en de beschikking over meer relevante informatie. Maar om de belofte die de nieuwe technologieën inhouden voor de zorg waar te maken, is er nog een grootschalige verandering achter de schermen in zorgland nodig. Daar is, zoals de Delft e-Health Academie (DeHA) het noemt ‘opschaling’ voor nodig. Op donderdag 26 januari organiseerde zij een conferentie over dit onderwerp. De DeHA roept de zorgwereld op om nieuwe vormen van samenwerking op te zetten om de benodigde digitale revolutie mogelijk te maken. De gedachten hierachter en de agenda voor deze samenwerking zette DeHA in een boekje dat door de Delftse zorgwethouder Raimomd de Prez werd aangeboden aan Gelle Klein Ikkink, directeur Innovatie en Zorg van het ministerie van VWS. DeHA is een door de gemeente Delft, de TU Delft, de Haagse Hogeschool en Ziggo opgezet kennisnetwerk. Daarin participeren ook veel zorginstellingen uit de regio. Deze gezamenlijke inzet en het in het boekje omschreven gedachtengoed moeten helpen om e-Health de plek te geven in onze samenleving die het verdient. VWS blijkt heel enthousiast te zijn over deze Delftse aanpak.

Gelle Klein Ikkink, programmadirecteur Innovatie en Zorg van het ministerie van VWS (links) ontving 26 januari in Delft het dossier e-Health uit handen van Raimond de Prez, wethouder Zorg in Delft.


Zorgrobots
Wat ik een intrigerend voorbeeld van e-Health vind is de ontwikkeling van zorgrobots. In Japan is dat al ver ontwikkeld, daar lijken deze digitale assistenten veel op mensen. Dichter bij huis is nu een zorgrobot ontwikkeld die juist niet op een mens lijkt, maar op een…. rollator! LEA is de naam en dat staat voor: Lean Elderly Assistant. Lea is ontwikkeld aan de TU Delft en wordt nu door voormalig TU-onderzoeker Maja Rudinac op de markt gebracht vanuit haar startup-bedrijf Robot Care Systems. Maja Rudinac wil betaalbare robots op de markt brengen die mensen helpen om langer thuis te kunnen wonen. Dat is goed nieuws voor mensen met dementie. De gedachte achter Lea is heel gewoon: robots nemen niet de vorm aan van mensen, maar van dingen waar wij mee vertrouwd zijn, zoals een rollator. Zeg maar een soort nieuwe wijn in oude zakken.

Scroll naar boven